Doel 2 Gelegenheid bieden tot ontwikkeling persoonlijke competenties. 

Elk kind heeft zijn eigen talenten, karaktereigenschappen en temperament. Deze kenmerken stellen kinderen in staat om op verschillende situaties te reageren. Bij ons mogen kinderen hun unieke zelf laten zien. In de opvang gaat het vooral om dat kinderen het als een tweede thuis ervaren.

Door de verschillende leeftijden die aanwezig zijn binnen de opvang, is er sprake van verschillend spel waar rekening mee gehouden moet worden. 

  • Dreumes: sprake van solo spel. Vooral de omgeving aan het ontdekken.

  • peuter: parallel spel: ze starten beiden ergens in een spel en komen gedurende dit spel elkaar tegen. Al oefenend start het samenspel. Ik stimuleer graag dit parallel spel  door vooral lose parts aan te bieden. 

Kinderen kunnen werken aan hun creativiteit, het omgaan met elkaar en interactie door o.a. andere vrij spel. Het gaat bij vrij spel erom dat kinderen een eigen plan maken bij het materiaal wat ze tegenkomen. Ik laat mij in spel graag inspireren door Maria Montessori, Emmi Pikler en de curiosity approach; 

Ik zet voorwerpen/speelgoed neer en de kinderen bedenken daar een spel omheen. Bij voorkeur op de grond zodat ze echt vrij kunnen bewegen en ontdekken.  Het idee erachter is dat hun fantasie en creativiteit wordt geprikkeld. Maar ook ontwikkeld spelenderwijs het probleemoplossend vermogen.

Een andere manier om aan de persoonlijke ontwikkeling van een kind te werken is met creatieve activiteiten. Op sommige dagen  houden we ons bezig met activiteiten als schilderen, bakken of kleien. Voor beiden vraagt het de kinderen een andere manier van motorische benadering, Daarnaast het ontdekken dat je handen vies  kunnen worden en dat we die weer gaan wassen hoort allemaal bij dit creatieve spel. Zo gaat het ook puur om de ervaring en niet om het resultaat wat de kinderen maken. Een andere bezigheid die ik graag inzet voor de kinderen is vilten. Zo zullen de jongste vooral het lont wol uit elkaar trekken en er pluisjes van maken: terwijl de oudere kinderen het in warm water dompelen en gaan wrijven. Ook hier telt wederom de ervaring van het materiaal en niet het resultaat. 

Vanuit de visie van Maria Montessori mogen de kinderen ook helpen met de tafel dekken als we gaan eten. De oudere kinderen mogen hun eigen boterhammen gaan smeren (mits we niet picknicken: vaak zijn dan de boterhammen al gesmeerd). 

In de tuin kunnen de kinderen ook werken aan hun persoonlijke competentie. Zo staat er een modderkeuken waar de kinderen met kruiden heerlijke soepjes kunnen maken. Geur/smaak pupillen worden gebruikt waardoor de kinderen weer verder kunnen ontdekken. Ook kunnen er stenen en takken gevonden worden waar de kinderen ook een spel mee kunnen bedenken. 

Kortom:

  • Ieder kind is uniek en ontwikkeld op zijn eigen manier,

  • Door vrij spel wordt creativiteit ontwikkeld.

  • Door vrij spel wordt het oplossend vermogen ontwikkeld.

  • Het kind helpen waar nodig door emotionele ondersteuning.

  • Uitleg geven op begripsniveau.

Lees verder Doel 3