Doel 3: Mogelijkheid bieden tot het ontwikkelen van de sociale competentie.
De kracht voor ontwikkeling van de sociale competentie is voorleven. Opvoeden is voorleven en heeft alles te maken met de voorbeeldfunctie van de (gast)ouder(s).
Vanuit de antropsofie praten we over de eerste 7 levensjaren. Het kind tot 7 jaar leeft en leert door nabootsing. De opvoeders doen voor wat in een bepaalde situatie wenselijk is. Door ervaringen die een kind opdoet in het leven, groeit het vermogen tot begrijpen. Hierdoor krijgt een kind grip op de wereld en zichzelf. Naarmate deze ervaringen groeien, hoeft een kind niet altijd meer na te denken hoe te handelen in bepaalde situaties. Deze heeft hij immers geleerd door het nabootsen op jonge leeftijd.
'Help het mij zelf te doen'
Aansluitend op de visie van de antroposofie ook een stukje Maria Montessori. Door kinderen samen te laten werken om de tafel te dekken werken ze ook aan hun sociale vaardigheden. Wat is er immers nodig? Wie pakt wat? Samen kunnen de kinderen overleggen. Denk ook aan jassen en schoenen aantrekken. Door elkaar te helpen en tips geven leren kinderen steeds meer ' zelf' te doen.
Tijdens de opvangmomenten hebben we te maken met verschillende leeftijden van de kinderen. Zo zullen de jongste kinderen anders omgaan met de emoties van de wat oudere kinderen. Doordat de Verhalentuin een huiselijke sfeer bevordert, leren de kinderen van elkaar o.a door vrij spel. Kinderen kiezen om een rol aan te nemen. Door rollenspel spelen de kinderen graag de dag na, wat weer een mooie verwerking is van de dag. Daarnaast leren ze niet alleen omgaan met hun eigen emoties maar ook die van een ander kind in de groep. Wat is het effect van je gedrag naar een ander? Vrij spel heeft in deze zin veel te bieden voor de kinderen.
Kortom:
-
Voorleven
-
stimuleren kinderen met elkaar te praten.
-
Stimuleren elkaar te troosten
-
Open sfeer creëren
-
rollenspel